INBISCO QHSE Community
8 okt 2024
Het nieuwe jaar is begonnen en dat betekent dat er ook weer genoeg veranderingen doorgevoerd zullen worden. In deze blog zetten we een aantal belangrijke nieuwe wet- en regelgevingen op een rij: Aanvullende Risico Inventarisatie en Evaluatie, Omgevingswet, Corporate Sustainability Reporting Directive, Werkgebonden Personenmobiliteit en de NIS2-richtlijn.
Op 1 januari is het overgangstermijn van de Aanvullende Risico Inventarisatie en Evaluatie (ARIE) regelgeving verlopen. De regeling is vanaf vorig jaar van kracht, maar voor de organisaties die voor het eerst onder de ARIE vielen was er een jaar overgangstermijn. Dit betekent dat bedrijven die onder de regelgeving vallen vanaf 1 januari een getoetste ARIE moeten hebben, anders mag er technisch gezien niet gewerkt worden.
De ARIE-regeling is van toepassing op grote bedrijven met veel gevaarlijke stoffen. Bedrijven moeten zelf controleren of zij ARIE-plichtig zijn en, zo ja, moeten zichzelf melden bij de Nederlandse arbeidsinspectie.
Deze bedrijven moeten beschikken over een veiligheidsbeheerssysteem (VBS). In het VBS wordt het beleid voor het risicobeheer van ernstige ongevallen bij gehouden. Dit beleid is specifiek voor elk bedrijf. Om dit goed op te kunnen zetten moet er dus eerst een gedegen risicoanalyse uitgevoerd worden. Lees in ons blog ‘RI&E: Wat is het, voorbeelden en een plan van aanpak’ hoe je een risicoanalyse uitvoert. Verder moeten de ARIE-plichtige bedrijven ook verschillende scenario’s uitwerken, waarin zij de werkwijze bij een mogelijk ongeval beschrijven.
Op 1 januari is de nieuwe Omgevingswet in gegaan. Deze wet centraliseert de regelgeving rondom de ruimte waarin we wonen en werken. Waarbij er eerst 26 wetten en tal van verschillende voorschriften waren, wordt nu alles in de Omgevingswet vastgelegd. Dit heeft betrekking op verschillende vlakken, zoals het aanvragen van vergunningen, de bouw en zwerfafval. Vergunningen aangevraagd voor 1 januari 2024 zullen nog op de oude manier behandeld worden.
Er komt één loket om vergunningen aan te vragen voor ondernemers, het Omgevingsloket. Door het centraliseren van de aanvragen en het bundelen van de wetten kan een project in één keer getoetst worden. Dit zorgt ervoor dat het makkelijker wordt om een vergunning aan te vragen. Milieuregels en omgevingsvergunningen zijn allen te vinden in het loket. De verschillen per gemeente, provincie, waterschap of Rijk zijn hier overzichtelijk.
Het is de bedoeling dat deze verandering zal zorgen voor een sneller proces. In plaats van 26 weken wachten op een besluit is het doel om dit al binnen 8 weken te bereiken.
Vanaf 1 januari is het verplicht om een risicomatrix in te vullen bij bouw- en sloopwerkzaamheden met betrekking tot risico’s voor de directe omgeving. De verplichting is onderdeel van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) en valt onder de Omgevingswet.
Als uit de risicomatrix een score van 12 of hoger komt, moet er een veiligheidsplan opgesteld worden en een veiligheidscoördinator worden aangesteld. Dit kan iemand zijn die wordt aangewezen door bijvoorbeeld de hoofdaannemer of de opdrachtgever. De veiligheidscoördinator ziet er op toe dat de maatregelen beschreven in het veiligheidsplan nageleefd worden.
Op bouwplaatsen is vanuit Arbowetgeving al een V&G-coördinator aanwezig, wie toeziet op de veiligheid en gezondheid van de medewerkers. De veiligheidscoördinator beschreven in de Bbl heeft vergelijkbare taken, alleen ziet deze niet toe naar wat er op de bouwplaats gebeurt, maar er omheen. De taken van veiligheidscoördinator en V&G-coördinator kunnen mogelijk door dezelfde persoon uitgevoerd worden.
Gemeenten moeten regels opstellen voor zwerfafval. Hier hebben ze tot 2032 de tijd voor. Tot dan is het de plicht van bedrijven om het afval in een straal van 25 meter rondom het bedrijf op te ruimen. Dit gaat enkel om het afval van producten dat het bedrijf verkoopt.
De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) is een Europese rapportageplicht die in fases doorgevoerd zal worden. De CSRD richtlijn verplicht bedrijven te rapporteren over hun duurzaamheidsprestaties en de impact op mens en milieu. Het doel is om op deze manier de transparantie en kwaliteit van duurzaamheidsinformatie te verbeteren en het verduurzamen van bedrijven te bevorderen.
De invoering van de CSRD zal gefaseerd gebeuren:
Kleinere bedrijven welke niet binnen de scope vallen, zullen mogelijk toch ook met de CSRD te maken krijgen. Dit is het geval als zij binnen de keten vallen van een bedrijf dat aan de CSRD moet voldoen.
De bedrijven die moeten voldoen aan de CSRD zullen een rapportage vergelijkbaar met het financiële jaarverslag aan moeten leveren, alleen dan over de duurzaamheidsprestaties. Deze rapportage moet gemaakt worden op basis van de European Sustainability Reporting Standards (ESRS).
Welke ESRS van toepassing zijn wordt bepaalt door een dubbele materialiteitsbeoordeling. De dubbele materialiteitsbeoordeling houdt in dat bedrijven hun duurzaamheidskwesties op twee manieren moeten bekijken: inside-out en outside-in. Inside-out is de impact van het bedrijf op milieu en mens. Outside-in zijn de kansen en risico’s voortkomend uit veranderingen in het klimaat of de maatschappij, zoals nieuwe wet- en regelgeving.
Op 1 juli zal de rapportageplicht Werkgebonden Personenmobiliteit (WPM) van start gaan. De originele datum was 1 januari, maar er is een halfjaar uitstel voor de nodige voorbereiding. Als jouw bedrijf al was begonnen met de voorbereidingen is het nog steeds mogelijk om een rapportage over heel 2024 aan te leveren. De uiterlijke datum om de informatie over 2024 aan te leveren staat op 30 juni 2025.
De WPM beschrijft dat bedrijven met 100 medewerkers of meer de gemaakte kilometers voor zakelijk en woon-werk verkeer van hun personeel moeten rapporteren. Deze kilometers moeten vervolgens gesplitst worden op basis van voertuig- en brandstoftype.
Het doel van de rapportageplicht is om inzicht te krijgen in de CO2-uitstoot van werkgebonden verkeer. De WPM wordt uitgebreid uitgelegd in ons blog: ‘Rapportageplicht Werkgebonden Personenmobiliteit: Wat is het, voor wie is het en hoe bereid je je voor’.
De datum voor de invoering van de NIS2-richtlijn staat op 17 oktober. De NIS2-richtlijn beschrijft voorwaarden voor informatiebeveiliging voor belangrijke en essentiële organisaties. Dit zijn organisaties waar een cyberattack binnen de organisatie (grote) gevolgen zou hebben voor de maatschappij. Het is de eigen verantwoordelijkheid van organisaties om te beoordelen of zij binnen de scope vallen.
De organisaties die onder de NIS2 vallen moeten voldoen aan verschillende verplichtingen. Er wordt een zorgverantwoordelijkheid geïntroduceerd. Dit betekent dat de organisaties zelf een risicobeoordeling moeten uitvoeren en vervolgens passende acties moeten ondernemen om hun continuïteit te beschermen. Verder komt er een rapportageverplichting. Incidenten moeten binnen 24 uur gerapporteerd worden aan de regelgevende instantie. In het geval van een cyberincident moet het ook gemeld worden aan het Computer Security Incident Response Team. De organisaties onder de richtlijn zullen ook onder toezicht komen te staan.
Welke soort organisaties onder de richtlijn vallen en een uitgebreide uitleg is te lezen in ons blog: ‘De impact van de CER & NIS2 richtlijn op jouw organisatie’.
Hier vind je onze nieuwste blogs, evenementen, demomiddagen en klantverhalen. Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen en laat je inspireren door praktijkvoorbeelden op het gebied van kwaliteit, gezondheid, veiligheid en milieu.